Bij een overname van een onderneming gaan de rechten en plichten van werknemers over op de nieuwe werkgever. Dan gaat het om rechten en plichten uit arbeidsovereenkomsten van de in loondienst werkzame werknemers én om de uitkeringsrisico’s van uitkeringen van (ex-)werknemers uit de Ziektewet (ZW) en uit de Werkhervattingsregeling gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA, onderdeel van de WIA).
Arbeidsrechtelijk gaan deze rechten en plichten bij een doorstart na faillissement niet over (behalve als de doorstart voorafgaand aan het faillissement concreet is voorbereid en aan strenge eisen voldoet). Toch interpreteren het UWV en de Belastingdienst de wettelijke bepalingen zo dat ook doorstarters met die uitkeringsrisico’s worden geconfronteerd. Dat heeft ermee te maken dat in de WIA de uitzonderingssituatie van art. 7:666 BW is weggeschreven, waardoor ook bij faillissement sprake kan zijn van een overgang van onderneming in de zin van de WIA.
Doorstartende ondernemers van een al failliet verklaarde onderneming krijgen daardoor gedurende soms wel 10 jaar financiële lasten gepresenteerd als gevolg van ZW- of WGA-uitkeringen die zijn toegekend aan ex-werknemers van de failliete onderneming. Ondanks dat die ex-werknemers arbeidsrechtelijk geen deel uitmaakten van de overgang van onderneming na het faillissement en ook bij de failliete onderneming allang uit dienst en uit beeld waren. Voor de vaststelling van de Gedifferentieerde Premie Werkhervattingskas wordt een doorstart in faillissement gelijkgesteld met een overgang van onderneming. Dat betekent dat de door de doorstarter te betalen Gedifferentieerde Premie Werkhervattingskas kan worden berekend aan de hand van de uitkeringslasten van de inmiddels failliete onderneming. De premie kan voor de doorstarter dus omhoog gaan doordat de failliet WGA-gerechtigde oud-werknemers had.
Daarbij is het van belang vast te (laten) stellen of sprake is van een overgang van een gehele onderneming of van een gedeelte van een onderneming. In het laatste geval kan het risico naar rato overgaan op de doorstarter, bij overgang van een gehele onderneming volledig.
Het UWV en de Belastingdienst gaan zelfs zo ver in hun interpretatie dat een overname na faillissement middels een koopovereenkomst door de ene bv, die minderheidsaandeelhouder is in een andere bv, wordt aangemerkt als een overgang na faillissement door die andere bv. Hoewel deze bv feitelijk geen onderneming heeft gekocht, rekenen het UWV en de Belastingdienst toch de uitkeringslasten ZW en WGA toe aan die andere bv.
Werkgevers kunnen ervoor kiezen het financiële risico (de uitkeringslasten) van gedeeltelijke en niet-duurzame arbeidsongeschiktheid van hun werknemers zelf te dragen. Dit wordt ‘eigenrisicodragen’ genoemd. De werkgever is dan in plaats van het UWV verantwoordelijk voor de re-integratie van zijn (ex-)werknemers. Indien de doorstarter en/of de failliete onderneming eigenrisicodrager is, kan dat leiden tot extra complicaties. Indien een failliete onderneming die eigenrisicodrager is voor de WGA-flex failliet gaat, en die onderneming wordt doorgestart, dan kan de doorstarter alsnog belast worden met de kosten van een WGA-uitkering van een werknemer die niet bij hem dienst is getreden. Iets soortgelijks geldt bij eigenrisicodragerschap voor de Ziektewet.
Laat u deskundig adviseren (juridisch en fiscaal/uitkeringstechnisch) en laat u daarnaast goed informeren door de failliet over het aantal werknemers én ex-werknemers met een ZW- of WGA-uitkering, over hoe hoog de premie Werkhervattingskas was, en (uiteraard) of de failliet eigenrisicodrager was (ook relevant is of u zelf dat bent). Is sprake van eigenrisicodragerschap van failliet, informeer dan ook naar/bij diens verzuimverzekering.
Voor de ondernemers die een failliete onderneming hebben overgenomen en die al door het UWV (de toerekening van uitkeringen of verhaal van uitkeringen) of de Belastingdienst (beschikkingen gedifferentieerde premie Werkhervattingskas) financieel met uitkeringslasten van ex-werknemers van de failliete onderneming zijn geconfronteerd, staat slechts de weg van bezwaar, beroep en hoger beroep open.
Deze ondernemers doen er verstandig aan om rechtsbijstand van een deskundige in te huren om zich te verzetten tegen deze onbedoelde wijze van doorbelasting van uitkeringslasten.