U levert goederen aan een bouwproject. Of dat nu een nieuwbouw, verbouw of inbouw van kasten is. In de algemene voorwaarden van uw bedrijf staat een mooie clausule over eigendomsvoorbehoud. De algemene voorwaarden zijn netjes van toepassing verklaard op deze overeenkomst en op de juiste wijze beschikbaar gesteld aan de klant. Maar als de klant dan onverhoopt niet betaalt, kunt u de geleverde goederen dan ook echt terughalen? Dat laatste is immers het doel van het eigendomsvoorbehoud. Zo’n bepaling zorgt ervoor dat het eigendom pas overgaat op de afnemer als de koopprijs is betaald.
Toch – en u voelde hem vast al aankomen – kan in de praktijk niet altijd met succes een beroep worden gedaan op het eigendomsvoorbehoud.
Om te beginnen zult u zo nodig moeten kunnen aantonen dat déze goederen door uw bedrijf zijn geleverd en dat déze goederen niet betaald zijn. Zeker bij dure goederen is het daarom bijvoorbeeld raadzaam om serienummers te registreren en op de factuur te vermelden.
Is het echt fout gelopen met de afnemer en is die failliet gegaan, dan zal een curator zeker ook kritisch kijken of uw algemene voorwaarden wel van toepassing zijn op de betreffende overeenkomst. U zult dat dan moeten kunnen aantonen.
En wat is er in de tussentijd met de geleverde goederen gebeurd? Dat is ook een belangrijke vraag. Want, als de zaak waarvoor een eigendomsvoorbehoud geldt teniet gaat of verdwijnt, gaat ook het eigendomsvoorbehoud teniet. Het eigendomsvoorbehoud heeft geen werking meer als de goederen worden doorverkocht of als sprake is van vermenging, zaaksvorming of natrekking.
Bij vermenging kan niet meer worden achterhaald wat u als leverancier hebt geleverd. Stel dat u als leverancier vurenhouten planken verkoopt onder eigendomsvoorbehoud, die de koper op een grote stapel met nog meer vurenhouten planken legt. Welke planken zijn dan precies onder uw eigendomsvoorbehoud geleverd? Ook rond vermenging kan het zinvol zijn goederen van een uniek kenmerk te voorzien.
Bij zaaksvorming zijn de geleverde goederen verwerkt tot een nieuw product. Bijvoorbeeld de afgeleverde meubelplaten waar vervolgens een kast van is gemaakt. Als leverancier van de meubelpanelen, ziet u in dat geval door zaaksvorming uw eigendomsvoorbehoud teniet gaan.
Van natrekking is sprake als u een brandmeldinstallatie levert, die vervolgens geïnstalleerd wordt in een appartementengebouw. Volgens vaste rechtspraak wordt de eigenaar van het pand dan eigenaar van de brandmeldinstallatie, omdat het gebouw onvoltooid zou zijn zonder deze installatie (denk ook aan eisen brandweer/gemeente). Of omdat gebouw en installatie constructief specifiek op elkaar zouden zijn afgestemd. In zo’n geval hebt u niets meer aan het eigendomsvoorbehoud.
Een eigendomsvoorbehoud is zeker niet altijd waardeloos, maar in sommige situaties dus wel.
Heeft u te maken met een zaak over eigendomsvoorbehoud of heeft u vragen naar aanleiding van bovenstaande informatie, neem dan contact op met Cora Blaak-Looij.