Door: Cora Blaak-Looij
Mag een werkgever een foto van een oud-werknemer gebruiken in een bedrijfsbrochure? Over deze vraag boog de kantonrechter te Groningen zich eind 2020. Het ging om een verkoopmedewerkster die tijdens haar dienstverband bij de meubelzaak in kwestie haar medewerking had verleend aan een fotoshoot. Zij wist dat de van haar te maken foto’s zouden worden gebruikt in de brochure van haar werkgever, die ongeveer acht keer per jaar werd/wordt uitgegeven. De kantonrechter vond het van belang dat het hier niet ging om een professioneel fotomodel, maar om een verkoopmedewerkster die bereid was om zich te laten portretteren ten behoeve van haar toenmalige werkgever.
De kantonrechter oordeelde dat de werkneemster weliswaar had ingestemd met het gebruik van haar foto’s in de brochure tijdens haar dienstverband, maar dat het op de weg van de meubelzaak lag om bij/na de uitdiensttreding van de verkoopmedewerkster te controleren (en vast te leggen) dat zij ook instemde met (eventuele) voortzetting van het gebruik van haar foto’s nadat zij niet meer in dienst zou zijn bij de meubelzaak. Omdat de meubelzaak dat laatste niet had gedaan, stond volgens de kantonrechter vast dat zij het portretrecht van de verkoopmedewerkster had geschonden. Het verweer dat dit slechts ‘onoplettendheid’ was, hielp de oud-werkgever niet. De meubelzaak had dus volgens de kantonrechter onrechtmatig gehandeld en het portretrecht van de vrouw in kwestie geschonden en moest een (overigens sterk gematigde) schadevergoeding aan haar betalen.
Een geportretteerde kan zich op grond van artikel 21 van de Auteurswet tegen publicatie verzetten, als hij daarbij een redelijk belang heeft, zoals zijn recht op privacy, de bescherming van zijn eer en goede naam en/of een financieel belang. Indien de geportretteerde toestemming heeft gegeven tot het publiceren van de foto, heeft hij daarmee afstand gedaan van een beroep op het portretrecht. Van toestemming is alleen dan sprake als de geportretteerde met de manier waarop de foto is gepubliceerd expliciet heeft ingestemd of geacht moet worden daarmee impliciet te hebben ingestemd. Degene die een foto wil gebruiken, moet goed checken of die toestemming er is.
Het antwoord op de beginvraag is dus: De foto van een oud-werknemer mag na uitdiensttreding alleen in een bedrijfsbrochure gebruikt worden als daar expliciet toestemming voor is gegeven.
Heeft u naar aanleiding van deze blog vragen of wilt u juridisch advies over privacyrecht, neem dan contact op met Cora Blaak-Looij.