Door: Cora Blaak-Looij
Een leerzame casus die onlangs beoordeeld werd door de kantonrechter te Amsterdam. De hoogste manager van een Primark-vestiging werd onder meer beschuldigd van grensoverschrijdend gedrag. Hij had met hartjes-emoticons gereageerd op WhatsApp-berichten van (ondergeschikte) collega’s. Was dit reden voor ontslag? In dit geval niet.
In korte tijd kwamen allerhande klachten over deze manager binnen bij Primark. Wat bleek, er was een re-organisatie aangekondigd. De kantonrechter overweegt daarover:
“8. Begin juli 2022 zijn binnen een kort tijdbestek verschillende meldingen gedaan over Werknemer. Dat deze meldingen door Primark hoog zijn opgenomen is begrijpelijk. Door Primark is er voor gekozen om een extern bureau onderzoek te laten doen. Na dit onderzoekt concludeert Primark dat een groot aantal punten dat door melders naar voren is gebracht niet kan worden beschouwd als grensoverschrijdend, of anderszins verwijtbaar gedrag. Zo is onder meer niet gebleken van het pesten en de achterstelling van een trainee manager vanwege zijn homoseksuele geaardheid. Evenmin is gebleken van een ongepaste opmerking van Werknemer jegens een bepaalde medewerkster. Ook is niet gebleken van onjuist gebruik van beveiligingscamera’s op één situatie na (hierover later meer) door Werknemer. Tenslotte is ook de opmerking van Werknemer dat hij meer voor een zieke Werknemer kan betekenen dan de arbo arts in de context van een re-integratiegesprek niet onbegrijpelijk, aldus Primark zelf.
9. De aard van de meldingen is opvallend: een groot deel is op zichzelf niet klachtwaardig. Verder zijn deze meldingen in een heel kort tijdbestek ingediend. Onweersproken is gebleven dat de melders met elkaar persoonlijk verbonden zijn. Ook is aannemelijk geworden dat de voorgenomen reorganisatie kwaad bloed heeft gezet en de functie van een aantal melders direct aanging. Verder is er een verklaring (zie onder r.o. 1.13) over samenspanning waarover voorafgaand aan de meldingen al is gecommuniceerd. Ook volgt uit de feiten dat het aannemelijk is dat Supervisor, wiens functie, naar Werknemer onweersproken heeft gesteld, door de reorganisatie op de tocht kwam te staan, een leidende rol had bij de indiening van deze meldingen. Kortom, er zijn aanwijzingen dat sprake is van een samenspanning met een twijfelachtig motief.
10. Dit laat onverlet dat de overgebleven meldingen zorgvuldig beoordeeld moeten worden: ook in het geval het motief van een melder twijfelachtig is kan nog steeds sprake zijn van grensoverschrijdend gedrag door Werknemer.”
De leidinggevende had met hartjes gereageerd op een foto van een collega. Daarover zegt de kantonrechter:
“11. Ten aanzien van de door hem verstuurde berichten is door Werknemer aangevoerd dat hij simpelweg heeft gereageerd op een knusse foto waar twee mensen het fijn hebben, hij was blij was dat [Department Manager nr. 1] met iemand was, temeer omdat ze in een moeilijke periode zat. Hartjes worden door meer mensen gebruikt in de communicatie, het betekent op veel sociale mediaplatformen dat iets ‘leuk’ is. Ook worden hartjes als iets positiefs gebracht. Hartjes worden binnen Primark door veel collega’s, ook door de leidinggevenden van Werknemer, als zodanig gebruikt, aldus Werknemer.
11. De kantonrechter overweegt dat niet met zekerheid vastgesteld kan worden dat Werknemer het bericht zoals weergegeven in r.o. 1.6 seksueel of flirterig bedoelde. Het is voorstelbaar dat hij hiermee bedoelde te communiceren zoals hij zegt. Dit laat onverlet dat het bij communicatie ook gaat om hoe iets op de ontvanger overkomt of over kan komen. Het gaat hier om een bericht van een (mannelijke) leidinggevende, dat laat op de zaterdagavond is verstuurd naar een vrouwelijke ondergeschikte waarbij gebruik is gemaakt van persoonlijke emoji’s. Het is goed voorstelbaar dat dit, zeker gelet op de ambigue betekenis van de gebruikte emoji’s, een ongemakkelijk gevoel teweeg heeft gebracht bij [Department Manager nr. 1]. Niet is immers precies duidelijk wat er nu wordt bedoeld en hartjes-emoji’s hebben naast ‘leuk’ ook nog steeds een ‘liefde’ connotatie. Van een leidinggevende mag worden verwacht dat hij dit begrijpt en zich dus van dergelijke berichtgeving onthoudt.”
Nee, daarbij speelt mee dat het maar om een paar berichten van een aantal jaar geleden ging en dat de (uitvoerige) WhatsApp-correspondentie tussen deze leidinggevende en de collega collegiaal en prettig van toon was. De leidinggevende was niet iemand die voortdurend de grenzen van het betamelijke opzocht, aldus de kantonrechter.
Het ontslagverzoek van Primark werd afgewezen en de werknemer moest weer toegelaten worden tot zijn werk.