Door: Cora Blaak-Looij
Maakt het wat uit hoe je een contract noemt? Samenwerking gebeurt soms informeel, zelfs zonder dat de gemaakte afspraken op papier zijn gezet, soms met een schijnbaar willekeurig gekozen naam boven het contract. Als het beestje maar een naam heeft toch? Nou…
Juridisch gezien maakt de naam die je boven een contract zet niet uit. Of je er nu het etiket ‘strategische alliantie’, ‘partnerovereenkomst’, ‘licentie’ of ‘distributieovereenkomst’ op plakt, juridisch gezien wordt gewoonweg gekeken aan welke wettelijke kwalificaties de samenwerking inhoudelijk voldoet. En de wettelijke bepalingen die voor die samenwerkingsvorm gelden, zijn dan van toepassing, of jullie je dat tot dan toe gerealiseerd hebben of niet.
Als het ene bedrijf in de praktijk bemiddelt bij totstandkoming van overeenkomsten tussen afnemers en het andere bedrijf, dan zal dat juridisch gezien een agentuur zijn. En voor agentuurovereenkomsten gelden specifieke regels, bijvoorbeeld over de provisie waar de agent recht op heeft, over opzegging en schadevergoeding bij opzegging zonder de opzegtermijn te respecteren en over een klantenvergoeding voor de agent bij beëindiging van de agentuurovereenkomst.
Wordt in de praktijk door meerdere zelfstandig ondernemers onder een gemeenschappelijke naam en met uniforme uitstraling de markt bewerkt, dan zou een rechter die verhouding heel goed kunnen kwalificeren als franchise. Voor franchise kent Nederland nog geen specifieke wet (er ligt een wetsvoorstel). Wel is er natuurlijk de nodige specifieke rechtspraak rond franchiseformules die houvast biedt als referentiekader bij eventuele geschillen en is er de Europese Erecode inzake Franchising. Daarnaast moet bij franchise de vraag gesteld worden of de afspraken die je wilt maken in lijn zijn met het mededingingsrecht. Denk aan prijsafspraken, gebiedsbescherming, exclusieve afnameverplichtingen en non-concurrentiebeding.
Het goed (laten) kwalificeren van je samenwerking is dus geen “juridisch geneuzel” maar heeft echt gevolgen voor hoe de bedrijven in de samenwerking zich tot elkaar verhouden en welke regels van toepassing zijn en zorgt dat het contract inspeelt op de juiste relevante regels.
Om dat te illustreren tot slot twee praktijkvoorbeelden:
Dit artikel heeft in januari 2020 in GO! Magazine gestaan.
Voor meer informatie inzake diverse vormen van contracten en ander juridisch advies op het gebied van verbintenissenrecht, kunt u contact opnemen met Cora Blaak-Looij.